Helaas geslaagd voor de lerarenopleiding…

http://www.standaard.be/cnt/dmf20170922_03089254

Een opvallende titel in De Standaard van 23.09.2017. Jammer, eventjes naast de kwestie ! De NVAO visitatie waarnaar verwezen wordt gaat over de wijze waarop hogescholen en universiteiten in Vlaanderen de kwaliteit van hun opleidingen opvolgen. De conclusie is : De kwaliteit van het hoger onderwijs in Vlaanderen is zonder meer goed te noemen. Instellingen zetten een sterke visie op onderwijs en de kwaliteit ervan neer en ontwikkelden een daarop aansluitend beleid. Dat beleid werpt zijn vruchten af, zo blijkt uit de allereerste ronde van instellingsreviews bij alle hogescholen en universiteiten in Vlaanderen. (11.09.2017)

https://nvao.prezly.com/kwalitatief-sterk-vlaams-hoger-onderwijs-opent-deur-voor-nieuw-kwaliteitszorgstelsel

Deze rechtzetting neemt niet weg dat een ontevreden studente haar klacht aandacht verdient vooral omdat in een periode van structurele hervormingen van de specifieke lerarenopleidingen te weinig aandacht wordt gegeven aan het versterken van de kwaliteit van de lerarenopleidingen. Daarom werd volgende opinietekst gestuurd naar de redactie van De Standaard.

 

“ Het is  tijd voor vernieuwing “,  zo schreef de pas afgestudeerde  Kalinka Verschraegen over haar lerarenopleiding  in De Standaard van 23 september ll.

Inderdaad hoogtijd, zouden wij zelfs zeggen.  Met verbazing en  al jarenlang een déjà vue gevoel lazen wij haar bijdrage . Zij legt immers  de vinger zeer  precies op de wonde  van de professionele Bacheloropleidingen tot leraar. Bovendien werden deze verbeterpunten reeds gelezen in de visitatierapporten van 2007 en van 2015.

Bondig herhaald zegt Kalinka Verschraegen dat  weinig docenten in de lerarenopleiding een evidend  te verwachten voorbeeldfunctie vervullen . “ Teach as you preach “ is volgens haar nog te  weinig aan de orde. Ook het gebrek aan een grondige inhoudelijke opleiding stelt zij  aan de kaak.

In 2013 werd een studie uitgevoerd door het internationaal Mc Kinsey studiebureau in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad. De studie stelde toen wat we reeds  jaren wisten nl, dat goed onderwijs functie is van bekwame leraren op alle niveau ’s en dat structuren  niet zo’n belangrijke rol  spelen. Welnu als er één niveau is waar de docent   top zou moeten zijn dan is het wel in de lerarenopleiding. Samen met Kalinka zetten wij dan ook graag onze persoonlijke frustraties uit het verleden opzij en formuleren wij enkele zeer haalbare voorstellen ter verbetering van de lerarenopleiding, in de hoop dat studenten en afgestudeerden binnenkort fier kunnen zijn op hun opleiding en opleiders.

  1. Er is nood aan een postuniversitaire opleiding of een manama (60 studiepunten) die verplicht zou moeten zijn om in de lerarenopleiding te onderwijzen. Gezien de kleine wereld van opleiders en van professoren in Vlaanderen die actief bezig zijn met lerarenopleiding zou één interuniversitaire opleiding volstaan. Bij voorkeur te volgen alvorens men kan starten als docent in de lerarenopleiding. Dus wie ambitie heeft om in de lerarenopleiding te werken moet er ook iets extra voor over hebben.
  2. Lerarenopleiders die betrokken zijn bij de didactische vorming en de stagebegeleiding zou men als professionalisering moeten verplichten om bijv. driejaarlijks een jaar 20% opdracht (binnen hun taakinvulling op de hogeschool) op te nemen in een schoolniveau waarvoor ze leraren opleiden.  Zo kan de lerarenopleider een dag per week in bijv. een lagere school deelnemen als teamlid en co-teaching beoefenen, de school ondersteunen bij innovatie, praktijkgericht onderzoek uitvoeren, de collega’s op de opleidingsschool coachen voor het begeleiden van stagiaires en dus een brugfunctie vervullen tussen de opleidingsschool en de lerarenopleiding. Zo ontstaat een win-win situatie tussen de lerarenopleiding en een aantal preferentiële ‘ opleidingsscholen’.
  3. De mentorenopleiding  zou een verplichte opleiding moeten zijn voor de stagebegeleiders , en het ontvangen van stagiairs zou de stagescholen extra lestijden moeten opleveren à rato van het stagevolume dat ze verzorgen.
  4. Evidence based opleiden moet dringend ingang vinden in de lerarenopleidingen.  In de recentste NVAO visitaties is deze invalshoek amper  aan bod gekomen. Stagepraktijken zijn onvoldoende onderworpen aan onderzoek, waardoor hedendaagse stagepraktijken amper verschillen van deze van een eeuw geleden. Terecht dat vele studenten in de lerarenopleidingen hun stagebeoordelingen betwisten.

https://onderzoekonderwijs.net/2016/04/29/wat-leren-leraren-in-de-leraaropleiding-en-wat-niet/

5. De lerarenopleidingen kunnen nauwer betrokken worden bij het werkveld door partner te worden in een regionaal onderwijscentrum met volgende partners: onderwijsbegeleidingsdiensten, nascholingscentra, CLB, vertegenwoordigers van de scholengemeenschappen. Dit overlegplatform kan inspirerend zijn, coördinerend, samenwerking stimulerend en ondersteuning bieden via praktijkgericht onderzoek ten behoeve van de partners in het samenwerkingsverband.

Wij willen tenslotte beklemtonen dat alle leraren tijdens hun loopbaan recht hebben op een degelijke aanvangsbegeleiding , met zicht op een attractieve , uitdagende loopbaan waar professionalisering en gedifferentiëerde opdrachten inherent toe behoren.

Dr. Fernand Rochette, gewezen algemeen directeur K.H.Brussel

André Verkens, gewezen departementshoofd lerarenopleiding K.H.Brussel.