De ‘third teacher’ als spilfiguur in het onderwijsleerproces

Intro

Naar aanleiding van de Edubuild Summit voor beslissingsnemers in onderwijs- & sportinfrastructuur op 28 november 2024 (8ste editie) in Flanders Expo Gent, richten we de aandacht op schoolgebouw en klasinrichting als “the third teacher” in het onderwijsgebeuren. Zowel in handboeken onderwijskunde als in de lerarenopleiding wordt weinig of geen aandacht besteed aan de inrichting van de fysieke ruimte waar de onderwijsactiviteiten plaats vinden. Nochtans is er voldoende evidentie voor de impact van de fysieke ruimte op het welbevinden en de leeractiviteiten van de leerlingen en de leraar. Aangezien kinderen ongeveer 30 procent van hun leven in schoolgebouwen doorbrengen is het belangrijk om aandacht te schenken aan de kwaliteit van schoolgebouwen en klaslokalen. Beslissingen nemen over ontwerp van scholen en klasruimtes kan je niet alleen overlaten aan architecten. Een multidisciplinaire benadering dringt zich op maar het lijkt alsof we in een duaal onderwijswereldje leven met enerzijds de onderwijskunde en anderzijds de randvoorwaarden waarbinnen het onderwijs plaats heeft. Het schoolgebouw en de klasinrichting zijn belangrijke randvoorwaarden. Velen kennen de fysiek ondermaatse toestanden op scholen en merken weinig verandering tussen hun kindertijd en nu ze de scholen als ouders opnieuw bezoeken. Gelukkig heeft de Vlaamse overheid sinds een tiental jaren een sterke boost gegeven aan scholennieuwbouw en renovatie. Reeds eerder was een impuls gegeven om technologische vernieuwing te introduceren in de klaspraktijk. Tijdens de covid-19 periode (2020) werd extra aandacht besteed aan een fysieke parameter: de luchtkwaliteit in de klasruimte. Met dit blogbericht willen we overheid, schoolbesturen en schoolteams oproepen om permanent aandacht te geven aan de fysieke school- en klasomgeving en met de ’third teacher’ in te zetten op de onderwijskwaliteit.

Bij een bevraging van de schooldirecties door het agentschap AGIOn in 2008 concludeerde men dat de basisvereisten omtrent bewoonbaarheid en veiligheid voldeden maar dat ze vaak tekortschieten op vlak van de nieuwe maatschappelijke en pedagogische uitdagingen waaraan schoolgebouwen in de 21ste eeuw moeten voldoen. In juli 2015 keurde de Vlaamse Regering de conceptnota van het Masterplan Scholenbouw: ‘Samen bouwen aan een sterker schoolpatrimonium’ goed (Kabinet Vlaams minister van Onderwijs, 2015). Het is de eerste keer sinds de overheveling van de onderwijsbevoegdheid naar de Vlaamse Gemeenschap in 1988-1989, dat men een dergelijk geïntegreerd en totaalplan voor scholenbouw in Vlaanderen opstart. Het plan wil een antwoord bieden op de gekende noden en uitdagingen op het vlak van schoolinfrastructuur. Men legt de focus op de schoolgebouwen zelf, maar heeft men ook aandacht voor leerlingen, ouders, onderwijspersoneel en directies die een goede onderwijs-, leer- en leefomgeving verdienen. Daarbij wil men deze omgeving aanpassen aan de onderwijsuitdagingen en leerstijlen die de 21e eeuw kenmerken (AGIOn, 2015).

Zie: https://www.agion.be/

Klasinrichting – klasdesign

Klasinrichting verwijst naar de manier waarop een klaslokaal is ingericht en georganiseerd. Dit omvat:

  • Meubilair : De keuze van tafels, stoelen en andere meubels is cruciaal. Flexibele meubelen die eenvoudig kunnen worden verplaatst, kunnen bijvoorbeeld samenwerking en interactie bevorderen.
  • Indeling : De opstelling van de meubels kan de interactie en de manieren van leren beïnvloeden. Traditionele indelingen zijn vaak frontaal, terwijl andere indelingen (zoals groepen of een cirkel) samenwerking en discussie aanmoedigen.
  • Leeromgeving : De sfeer en het uiterlijk van een lokaal (kleurgebruik, decoratie, leermiddelen) kunnen ook invloed hebben op de motivatie en het welzijn van leerlingen.
  • Technologische middelen : Het integreren van de technologie (digiborden, tablets, computers) in de leeromgeving kan het leerproces ondersteunen en moderniseren.

Zie: Barrett, P., Zhang, Y., Davies, F., Barrett, L. Clever Classrooms. Summary report of the HEAD Project. University of Salfort. https://www.salford.ac.uk/cleverclassrooms/1503-Salford-Uni-Report-DIGITAL.pdf

Maud De Buck (2015), De klasinrichting doorheen de onderwijsloopbaan van leerkrachten in het lager onderwijs. Masterproef UGent. https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/216/347/RUG01-002216347_2015_0001_AC.pdf

Reeds begin vorige eeuw werd door onderwijsvernieuwers (de nieuwe schoolbeweging) het frontale onderwijs als onderwijsmethode afgeschreven en vervangen door actief leren, interactie tussen leerlingen, zelfstandig leren op eigen tempo, … Dewey, Vygotsky, Piaget, Montessori, Decroly, Freinet, Petersen, Steiner hebben met hun ideeën ook invloed gehad op een nieuwe kijk op klasinrichting. De vele aandacht dat het Finse onderwijssysteem wereldwijd kreeg bracht ook de innovatieve benaderingen van klaslokaalindeling en leeromgeving op de voorgrond.

Zie: Lisa Herman (2017), Klasdesign doorheen de onderwijsloopbaan van leraren in het Vlaams lager methodenonderwijs. Masterproef, UGent.

https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/861/RUG01-002376861_2017_0001_AC.pdf

‘Third teacher’

De ’third teacher’ is een concept dat voortkomt uit de ideeën van Loris Malaguzzi, die de scholen van Reggio Emilia en hun onderwijsmethoden inspireerde. Door hun werk en door het creëren van een educatief scenario gevormd door de methoden en middelen, fungeert de leraar als de eerste leraar. Het gezin, met zijn onbetwistbare invloed op het onderwijs, is de tweede leraar. Binnen deze benadering wordt de school- en klasinrichting de ‘derde leraar’ genoemd vanwege de resultaten van onderzoek naar de invloed ervan op het leren en de rol die het kan spelen in het onderwijs- en leerproces.

De invloed ervan is niet alleen beperkt tot kleuterscholen en basisscholen, waar de indeling van het meubilair vaak flexibeler is. Volgens de experts moet het ontwerp van klaslokalen op alle niveaus van het onderwijs worden heroverwogen om de onderwijspraktijken te verbeteren. Hoe hoger het onderwijsniveau, hoe ingewikkelder de methodologische en ruimtelijke veranderingen worden, omdat het idee dat een traditionele indeling en methode succesvol leren garandeert, dieper geworteld is. Vele onderwijskundigen, geïnspireerd door de Reggio Emilia-benadering, vinden het belangrijk om zorgvuldig na te denken over het ontwerpen van een leerruimte voor leerlingen die voldoet aan hun behoeften. Om de positieve impact op leerlingen te maximaliseren, moet de ruimte gastvrij, flexibel, inhoudsrijk en georganiseerd zijn. Dit in tegenstelling tot de traditionele klasomgeving met door de leraar geselecteerde posters langs de geverfde cementblokken muren, harde stoelen en tafels in rijen opgesteld, een lerarenbureau aan de voorkant van het lokaal tegenover de leerlingentafels en een kale linoleumvloer. Zo’n industrieel ontwerp zorgt voor eenvoudig schoonmaken en eenrichtingsverkeer van informatie van de leraar naar de leerlingen. De fysieke ruimte in een traditioneel klaslokaal creëert echter geen gevoel van verbondenheid, biedt geen mogelijkheden voor diepgaand leren, ondersteunt geen samenwerking en biedt geen flexibiliteit en responsiviteit voor veranderende behoeften van leerlingen. De leerlingen van vandaag moeten competente samenwerkers, diepe denkers en nieuwsgierig naar hun wereld zijn. De klasruimte moet de ontwikkeling van deze vaardigheden ondersteunen door leerlingen in staat te stellen zich op hun gemak, zelfverzekerd en nieuwsgierig te voelen.

Zie: https://fomcore.com/environment-as-the-third-teacher-an-introduction-to-the-reggio-emilia-approach/

https://wij-leren.nl/is-klasinrichting-van-invloed-op-leerprestaties.php

https://www.klasse.be/721615/u-vorm-of-rijtjes-wat-is-de-beste-klasopstelling/

In het nadenken over innovatie van klasinrichting is volgende Australische website een aanrader met bundeling van interessante bronnen om te raadplegen. https://www.classroomofthefuture.com.au/

Onderzoek in de Vlaamse onderwijswereld ondersteunt het ontwerpen van scholen en klasinrichting voor het onderwijs

De website van AGION biedt een voortreffelijk beeld om de situatie van de scholenbouw in Vlaanderen te leren kennen. Dit is een belangrijke bron voor schoolbesturen, architecten, onderwijsteams,…  die plannen maken voor nieuwbouw of renovatie van scholen. In de academische wereld hebben we masterproeven over de thematiek klasinrichting/klasdesign kunnen raadplegen die overwegend uitgevoerd zijn onder leiding van prof. Jo Tondeur (VUB). Met een praktijkonderzoek ‘21st century skills. Nieuwe competenties, nieuwe fysieke leeromgevingen?’ (2018) ,  +School (Plusschool) gedoopt, wil de onderzoeksgroep, met Tondeur als promotor,  nagaan hoe de fysieke leeromgeving bij kan dragen tot 21st centrury learning. Tevens wordt nagegaan welke randvoorwaarden op schoolniveau noodzakelijk zijn om krachtige leeromgevingen te kunnen ontwikkelen in functie van 21st century skills.  In de onderzoeksgroep werden verschillende disciplines samengebracht. Binnen een nauwe samenwerking tussen enerzijds onderwijskundigen (Vrije Universiteit Brussel) en anderzijds architecten (+ReseARCH) werd de ideale combinatie van expertises voor dit onderzoek samengesteld.

Zie het rapport: Herman, L., Berbel, M., Touceda, M., Vaesen, J., & Tondeur, J. (2018). +School. Haal meer uit je school. Nieuwe competenties. Nieuwe fysieke leeromgevingen. Inspiratiegids.

https://data-onderwijs.vlaanderen.be/documenten/bestand.ashx?nr=11892 en de inspiratiegids https://data-onderwijs.vlaanderen.be/documenten/bestand.ashx?nr=11891

Het rapport is als boek gepubliceerd: Tondeur, J., Herman, L., Berbel, M., Touceda, M., & Vaesen, J. (2019). Inspiratiegids voor klasinrichting en scholenbouw : 21st century skills, de kracht van fysieke leeromgevingen. Leuven: Uitgeverij Acco.

https://en.wikipedia.org/wiki/21st_century_skills

Aansluitend op het praktijkonderzoek werd een studiedag georganiseerd (2019): Studiedag Scholenbouw in functie van krachtige leeromgevingen voor 21ste eeuwse vaardigheden. Zie: https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/onderzoek/studiedagen-en-seminaries-onderwijsonderzoek/studiedag-scholenbouw-in-functie-van-krachtige-leeromgevingen-voor-21ste-eeuwse-vaardigheden

Onderwijs Vlaanderen heeft op de website ook een aanbod inspiratiemateriaal over leeromgevingen. Zie: https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/directies-en-administraties/organisatie-en-beheer/maak-van-je-school-een-effectieve-duurzame-en-gezonde-leeromgeving/effectieve-leeromgevingen/inspiratiemateriaal-over-leeromgevingen

In een themanummer van Politeia, Architectuur maakt school: een complexe relatie in evolutie (2022), is eveneens een bijdrage opgenomen van Jo Tondeur, e.a.,  Van 21st century skills tot de fysieke leeromgeving: haal meer uit de ruimte!

Zie: https://www.researchgate.net/publication/357799073_Van_21st_century_skills_tot_de_fysieke_leeromgeving_haal_meer_uit_de_ruimte

European Schoolnet en Classroom for the future

De Vlaamse Regering wil met het Kenniscentrum Digisprong vorm geven aan meer (digitale) onderwijskwaliteit in het huidige digitale tijdperk. Digitalisering blijft daarbij een middel en is geen doel op zich. De belangrijkste reden is het onderwijs effectiever maken, de leerprocessen versterken en ervoor zorgen dat er meer en diepgaander geleerd kan worden. De Europese commissie is een belangrijke motor voor de ICT implementatie in het onderwijs van de lidstaten. Zo werd European Schoolnet opgericht in 1997 als het Europees netwerk van 34 Europese ministeries van Onderwijs, gevestigd in Brussel. Het Vlaamse Departement van Onderwijs en Vorming is een actief lid in dit netwerk.

Zie: https://www.vlaanderen.be/kenniscentrum-digisprong/themas/innovatie/ontdek-het-future-classroom-lab

https://www.vlaanderen.be/kenniscentrum-digisprong/leer-european-schoolnet-kennen

In 2012 werd door European Schoolnet het Future Classroom Lab opgestart in Brussel. Het is een inspirerende, volledig uitgeruste, herconfigureerbare onderwijs- en leeromgeving, die bezoekers uitdaagt om de rol van pedagogie, technologie en design in hun klaslokalen te heroverwegen.

In het Future Classroom Lab kunnen bezoekers het volgende verkennen:

  • De competenties en rollen voor het onderwijs en leren van leerlingen en leraren in de 21e eeuw.
  • Verschillende leerstijlen en meer gepersonaliseerd, actief leren.
  • Het ontwerp van de leeromgeving en hoe dit de betrokkenheid van leerlingen en de interactie in de klas kan beïnvloeden.
  • Huidige en opkomende technologie ter ondersteuning van al het bovenstaande en maatschappelijke trends die van invloed zijn op het onderwijs.

Het Future Classroom Lab bestaat uit zes verschillende leerzones. Elke ruimte benadrukt een specifiek gebied van leren en lesgeven en helpt om belangrijke aspecten die daarmee verband houden te heroverwegen: fysieke ruimte en indeling, bronnen en hulpmiddelen, veranderende rollen van leerling en leraar en hoe verschillende leerstijlen te ondersteunen. De leerzones weerspiegelen de vele manieren waarop flexibel ruimteontwerp en educatieve technologie actieve leerpedagogie kunnen faciliteren en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van 21e-eeuwse sleutelcompetenties. Het is niet de bedoeling dat ‘Future classroom lab’ model staat voor de klas van de toekomst maar belangrijker is dat men beseft dat voor de aangeboden leerzones specifieke technologieën beschikbaar zijn en de innovaties snel elkaar opvolgen. Het lab is eerder een venster op de technologische ontwikkelingen die beschikbaar zijn/komen voor het onderwijs.

Zie: https://youtu.be/_Jm4LRwsqoI

http://www.eun.org/home

http://www.eun.org/professional-development/future-classroom-lab

Technology alone does not transform education. What truly makes a difference is the meaningful use of technology to add value to educational processes.

Marc Durando, Executive Director of European Schoolnet

 Fifth edition of the School Innovation Forum on June 4-5, 2024.

Ter afronding

  • Een sterk pedagogisch project als drager van de fysieke leeromgeving is cruciaal. Willen we de 21ste-eeuwse sleutelcompetenties realiseren dan zal de schoolruimte meer dan tevoren een plek moeten worden die uitnodigt tot leren, het leren faciliteert en aangenaam maakt, en waarin leerlingen zich comfortabel en uitgedaagd voelen.
  • Er wordt op schoolniveau en in de lerarenopleiding te weinig aandacht besteed om ‘oordeelkundig’ met klasinrichting om te gaan. Soms denk je dat het leidmotief is “van de vloer tot aan het plafond” en allerlei werkjes van leerlingen, wandplaten en posters worden hiervoor aangebracht als muurbekleding. Is deze omgeving bevorderlijk voor leren en welbevinden van leerlingen? De vele mogelijkheden tot esthetische opvoeding komen in dit verhaal jammer genoeg niet aan bod. Toch kan het overleg van leraar en leerlingen vele kansen bieden om de klasinrichting niet alleen functioneel te verbeteren maar ook esthetisch en kan de leraar bewust impulsen geven om de klas/school ook eens door de bril van de “goede smaak” te bekijken en zo leerlingen sensitief maken voor het esthetische aspect van een leefruimte.