In het Vlaamse onderwijs bepaalt de overheid de eindtermen voor de verschillende onderwijsniveaus. Deze minimumdoelen dienen als basis voor de leerplannen. Elke inrichtende macht, schoolbestuur of centrumbestuur heeft de bevoegdheid om een leerplan op te maken. Vaak stellen inrichtende machten de vraag aan de koepel waartoe ze behoren om in hun naam leerplannen op te stellen. Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) is gemachtigd om leerplannen te schrijven voor haar scholen. In het volwassenenonderwijs zijn de leerplannen netoverschrijdend opgesteld.
De onderwijsdoelen of eindtermen zijn opgesteld voor volgende onderwijsniveaus
- Kleuteronderwijs
- Gewoon lager onderwijs
- Buitengewoon basisonderwijs
- Gewoon secundair onderwijs eerste graad
- Gewoon secundair onderwijs tweede graad, eerste jaar
- Gewoon secundair onderwijs tweede graad, tweede jaar
- Gewoon secundair onderwijs derde graad
- Buitengewoon secundair onderwijs
- Volwassenenonderwijs
- Deeltijds kunstonderwijs
In het kleuteronderwijs wordt gewerkt met ontwikkelingsdoelen. Dat zijn minimumdoelen die nagestreefd moeten worden bij de kleuters. Ontwikkelingsdoelen worden ingedeeld in leergebieden:
- Lichamelijke Opvoeding
- Mens en maatschappij
- Muzische Vorming
- Nederlands
- Wetenschappen en techniek
- Wiskundige Initiatie
In het lager onderwijs gelden er eindtermen. Dat zijn minimumdoelen die een school moet bereiken bij de leerlingengroep. Attitudinale eindtermen moeten niet bereikt maar nagestreefd worden.
Eindtermen zijn leergebiedgebonden of leergebiedoverschrijdend. De leergebiedgebonden eindtermen worden ingedeeld in deze leergebieden:
- Lichamelijke Opvoeding
- Mens en maatschappij
- Muzische Vorming
- Nederlands
- Wetenschappen en techniek
- Wiskundige
- Frans
Het buitengewoon basisonderwijs werkt met ontwikkelingsdoelen per type. Een schoolteam selecteert de doelen die het voor een leerling of leerlingengroep gepast vindt om na te streven. Die selectie vormt een belangrijke stap in de opmaak van een handelingsplan.
Voor de volgende types bestaan er ontwikkelingsdoelen:
- Type basisaanbod
- Type 2
- Type 7
Voor type 3 bestaan geen ontwikkelingsdoelen maar wel een servicedocument.
Zie: https://onderwijsdoelen.be/
De onderwijsinspectie controleert of de leerplanmaker voldoet aan de criteria die zijn vastgelegd door de regering, met het oog op het waarborgen van het studiepeil.
Een leerplan bevat herkenbaar de doelstellingen die noodzakelijk zijn om de minimumdoelen (eindtermen, ontwikkelingsdoelen, specifieke eindtermen, … ) na te streven of te bereiken. Waar van toepassing worden de eindtermen en de minimumdoelen bepaald door de overheid letterlijk in de leerplannen opgenomen. Daarnaast kan de leerplanmaker doelen opnemen die hij uitdrukkelijk formuleert vanuit zijn eigen opvoedingsproject, deze moeten consistent zijn met de doelen bepaald door de overheid. Het moet ook duidelijk zijn voor welke doelgroep het leerplan bestemd is en welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering. Verder maakt een leerplan ook de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd. Bovendien geeft het duidelijk aan waar er ruimte is voor inbreng van de scholen, centra, leraren en lerarenteams. Veel leerplannen geven ook pedagogische tips aan de leraren om hen te helpen de leerplandoelen te realiseren.
Zie: https://www.onderwijsinspectie.be/nl/leerplanadvisering
M. Valcke, R. Standaert (2018), Onderwijsbeleid in Vlaanderen. Leuven/Den Haag, Acco, p.75
Aangezien de leerplannen door de inspectie worden goedgekeurd en opgevolgd in het proces van kwaliteitsbewaking geniet het de voorkeur om koepelbreed de leerdoelen aan te geven die men per leerjaar wil nastreven en bereiken i.f.v. de eindtermen. Het verder uitwerken van leerplannen tot curricula is een beperking van de vrijheid van de schoolbesturen om het onderwijs vorm te geven. Al te vaak wordt bij de ontwikkeling van de eindtermen het verwijt gericht naar de overheid dat het aanzienlijke (?) aantal eindtermen de vrijheid van onderwijs beknot en er sprake is van staatspedagogie. Maar zoals de koepels nu leerplannen ombuigen tot curricula kan evenzeer opgemerkt worden dat er aan koepelpedagogie gedaan wordt. We beseffen dat velen de termen leerplan en curriculum als synoniem gebruiken en dat is jammer. In het onderwijslexicon van de KU Leuven wordt curriculum omschreven als een overkoepelende term gebruikt voor opleiding, programma of opleidingstraject en individueel studieprogramma.
https://www.kuleuven.be/onderwijs/onderwijslexicon/onderwijslexicon-c/curriculum
Volgens de regelgeving dient een leerplan minimaal te beschikken over een beginsituatie, de algemene en de specifieke doelstellingen (met eventueel de leerinhouden) en de minimale materiële vereisten. Willen we aan scholen/scholengemeenschappen een groter eigenaarschap toekennen over hun onderwijs dan is de omschreven tweedeling tussen leerplan en curriculum duidelijk. Als we de professionaliteit van de leraren erkennen dan kunnen schoolteams, met eventueel ondersteuning van begeleidingsdiensten, beter zelf aan de slag om de leerplannen te concretiseren tot curricula. (*)
(*) Meer info en publicaties zijn beschikbaar op de website van SLO, het landelijk expertisecentrum voor curriculumontwikkeling in Nederland. https://www.slo.nl/thema/leraren-school/
N. Nieveen (2019), Schooleigen curriculumontwikkeling en voorwaarden voor succes. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, Enschede, 12p.
https://leerling2020.nl/eigenaarschap-hoe-zit-dat-op-jouw-school/
De huidige “leerplannen” van de koepels verpakken ook onderwijsvisie en methodische aanwijzingen in de leerplannen en dat is best handig als “tool” voor de onderwijsbegeleiders die aangesteld worden door de koepels om hun onderwijsvisie te implementeren in het werkveld. Ook de uitgeverijen van handboeken hebben er baat bij en profileren hun methodes in functie van de leerplannen van de koepels. Het Katholiek Onderwijs Vlaanderen bedacht voor de nieuwe curricula basisonderwijs de slogan ZILL, Zin in leren! Zin in leven! De website brengt een overzichtelijk beeld van deze nieuwe benadering van de leerplannen.
Zie: https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#!/concept/ordeningskader
Ook het GO heeft zoals ZILL een expliciete onderwijsvisie verpakt in de nieuwe leerplannen en pleit met de “Poolstervisie” voor gepersonaliseerd leren, geïndividualiseerd leren gericht op de allerpersoonlijkste ontwikkeling van elke leerling. https://pro.g-o.be/over-go/strategisch-plan
Deze nieuwe leerplannen en de achterliggende onderwijsvisies verdienen terecht een kritische doorlichting. In de Onderwijskrant vind je boeiende artikels hierover. Reeds decennia hebben onderwijsexperts er hun bezorgdheid uitgedrukt over de wijze waarop de Vlaamse beleidsmakers en onderwijskoepels, in naam van vernieuwing en hoogstaand onderwijs, eerder tot ontwaarding van dit onderwijs hebben bijgedragen.
Zie: Raf Feys & Pieter Van Biervliet, Ontscholer Roger Standaert stuurde zelf aan op staatspedagogie én kennis- & cultuurrelativisme. Hij beschuldigt nu minister Weyts & herscholers. Ook andere Impuls-redactieleden & Mysterie van Onderwijs doen hier gretig aan mee. Onderwijskrant 198 (juli, augustus, september 2021)
Raf Feys, Pieter Van Biervliet, Noël Gybels, Leerplancampagne Onderwijskrant: halt aan leerplanoperaties als ZILL die leiden tot ont-scholing, neomanie en aantasting ontwikkelingskansen. Onderwijskrant 183 (oktober-november-december 2017)
Raf Feys, Noël Gybels & Pieter Van Biervliet, Waarheen met de nieuwe eindtermen basisonderwijs?
Nivellerende ET & leerplannen -1998 moeten grondig bijgewerkt worden. Ook meer eindtermen nodig i.p.v. minder! Onderwijskrant 197 (april-mei-juni 2021)
Raf Feys en Stella Brasseur, GO!-Poolster-hervorming, gepersonaliseerd leren: hypewoordenpedagogiek? Onderwijskrant 198 (juli, augustus, september 2021)
Om de tri-polarisatie af te ronden tussen eindtermen, leerplannen en curricula kunnen we besluiten dat de kerntaak van de leraar niet alleen in de klas gebeurt, i.c. het lesgeven, zoals men graag ‘sloganesk’ zegt. Leraren als professionals herwaarderen wil ook o.a. zeggen dat ze competent zijn om in schoolteams hun onderwijs te ontwerpen en ‘Een plan voor het leren’ te maken, dat is het curriculum. Hierin staan de doelen, de manier van toetsen van deze doelen, en de activiteiten om op het gewenste niveau te komen. Daaromheen zijn allerlei factoren belangrijk, die duidelijk te zien zijn in het ‘curriculair spinnenweb’:
Zie: J. van den Akker, W. Kuiper en N. Nieveen, Bruggen slaan tussen beleid, praktijk en wetenschap
in curriculumontwikkeling en -onderzoek. Pedagogische Studiën, 2012 (89) 399-410.
Michiel Lucassen (2021), Blog Vernieuwenderwijs: Waartoe dient een curriculum? https://www.vernieuwenderwijs.nl/waartoe-dient-een-curriculum/
Scholen/schoolgemeenschappen die toch zelf hun onderwijs willen vorm geven kunnen op weg geholpen worden met een publicatie van Vernieuwenderwijs: Curriculumontwerp.nl
Er is een handige open toolbox gemaakt die een team kan gebruiken om stap voor stap een curriculum te (her)ontwerpen. De toolbox is samengesteld op basis van wetenschappelijke onderzoek en eigen ervaring met het ontwerpen van onderwijs. De toolbox bestaat uit 6 fasen, ieder voorzien van bijbehorende artikelen, video’s, opdrachten en aanvullend materiaal:
- Doordachte visie
- Leerdoelen & leeruitkomsten
- Leren zichtbaar maken
- Beoordelen en beslissen
- Krachtige leeractiviteiten
- Samenhangend geheel
Zie: Wessel Peeters (2021), Blog Vernieuwenderwijs: Curriculumontwerp.nl: een open toolbox voor onderwijsontwerp.
Wessel Peeters, Michiel Lucassen, Ilona Wevers, Reinier Geurts (2021), Curriculumontwerp in een notendop. Uitgeverij OMJS, 100 p.