‘Aan zoveel kinderen, die uit onwetendheid tot verdorvenheid zijn gedoemd, kan ik niet denken zonder bittere tranen te storten,’ verzuchtte de Franse priester Jean-Baptiste de La Salle in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Zijn medelijden met het volk bleef niet zonder daden, maar bewoog hem tot het stichten van de armenschool en – later – de Congregatie van de Broeders van de Christelijke Scholen.
Ik ontleen de titel van dit bericht en de intro uit het artikel van Eelje Dijk in het boek ‘Grote pedagogen in klein bestek’.
Zie: Eelje Dijk, Jean-Baptiste de La Salle (1651-1719). Een vroege voorvechter van volksonderwijs. In: T.Kroon, B. Levering (red.), Grote pedagogen in klein bestek. B.V. Uitgeverij SWP, Amsterdam, 2016 (4de druk), p. 45-50.
Enkele eeuwen later is de situatie in de Westerse landen verbeterd sinds de leerplicht werd ingevoerd en door de toewijding van vele christelijk geïnspireerde congregaties. Maar wereldwijd is de situatie minder rooskleurig en dit ondanks het recht op onderwijs in verschillende mensenrechtenverdragen en de Universele verklaring van de rechten van de mens is opgenomen. UNICEF stelde vast dat wereldwijd 293 miljoen kinderen niet naar een basisschool of voortgezet onderwijs gaan en 175 miljoen kinderen tussen de 3 en 6 jaar gaan niet naar school, dat is bijna de helft. Er zijn dus nog steeds veel te veel kinderen die niet naar school gaan. Op te veel plekken is de kwaliteit van het onderwijs bovendien niet goed genoeg. Dit zorgt ervoor dat 600 miljoen kinderen wereldwijd niet de minimale basisvaardigheden hebben in lezen en rekenen.
Wereldwijd is er nood aan inspirerende mensen zoals de La Salle die eeuwen velen in beweging heeft gezet voor onderwijs voor iedereen. De focus in dit artikel op deze charismatische figuur heeft ook een persoonlijk tintje. Ik volgde zelf middelbaar onderwijs en normaalschool bij de Broeders van de Christelijke Scholen en zowel uit waardering voor hun werk als uit pedagogische interesse voor het ideeëngoed van dit instituut heb ik enig opzoekwerk verricht over het Lasalliaans schoolbeleid. Tijdens deze zoektocht komen volgende vragen aan bod: wie was Jean-Baptiste de La Salle, wat kenmerkt het Instituut van de Broeders van de Christelijke Scholen, wat betekent deze congregatie wereldwijd en wat is de huidige situatie in Vlaanderen.
Het verhaal achter de patroonheilige van de leraren
Jean-Baptiste de La Salle wijdde zijn leven aan de opvoeding van arme Franse kinderen, zorgde voor een baken van licht in hun anders zo moeilijke leven en creëerde nieuwe onderwijspraktijken die vandaag de dag over de hele wereld worden gebruikt. Hij werd op 30 april 1651 geboren in een adellijke familie in Reims, Frankrijk. Hij was de oudste van de 11 kinderen van Louis de La Salle, die magistraat aan het koninklijk hof was, en Nicole Moët, die tot een bekende clan van wijngaardeigenaren en wijnproducenten behoorde. Jean-Baptiste had het beste onderwijs dat beschikbaar was in een tijd waarin de meeste mensen in Frankrijk in onrust en extreme armoede leefden. In plaats van een carrière in de rechten na te streven, zoals van hem werd verwacht, koos hij voor het priesterschap. Op 26-jarige leeftijd werd hij door de aartsbisschop van Reims tot priester gewijd. Beetje bij beetje onthulde God grotere plannen voor Jean-Baptiste toen zijn geestelijk adviseur en geliefde vriend, pater Nicolas Roland, hem vroeg om officiële erkenning van de plaatselijke autoriteiten te verkrijgen voor de nieuw opgerichte Zusters van het Kind Jezus. De Zusters van het Kind Jezus bestaan nog steeds en waren een klooster dat werd opgericht om voor behoeftige meisjes te zorgen. In maart 1679 maakte hij kennis met Adrien Nyel, een opvoeder die toezicht hield op het onderwijs aan arme jongens en andere sociale diensten. Deze introductie markeerde het begin van de nieuwe roeping van Jean-Baptiste om de jeugd op te leiden. Hij deed afstand van zijn rijkdom en zijn positie in de kerk en richtte vervolgens het Instituut van de Broeders van de Christelijke Scholen op, een rooms-katholieke orde van leken, voor de opvoeding van arme jongens.
In zijn baanbrekende werk, La Conduite des Écoles Chrétiennes, zette de La Salle de praktische pedagogische methoden uiteen die door de broeders moesten worden gebruikt. Hoewel dit werk sinds 1695 intern onder de broeders circuleerde, werd het pas in 1720, het jaar na zijn dood, gepubliceerd. In die tijd kregen de meeste leerlingen in Europa individueel onderwijs. De La Salle was, hoewel niet de grondlegger van het klassikaal onderwijs, de eerste beoefenaar die deze methode op grote schaal toepaste. In zekere zin had hij geen keuze. Er waren vijftig tot zestig leerlingen per klas, soms wel honderd, waarbij de leerlingen werden beoordeeld op basis van hun intellectuele niveau. Hij had een manier nodig om met een bescheiden staf grote aantallen kinderen les te kunnen geven. Als een van de belangrijkste middelen om de orde in de klas te vestigen en te handhaven, onderstreepte de La Salle het belang van stilte. Hij stond er ook op dat de jongens les zouden krijgen in hun moedertaal Frans in plaats van in het Latijn. Het was louter gezond verstand. De jongens moesten onderwijs krijgen in en door de taal die zij dagelijks gebruikten. Hoewel de La Salle de lijfstraffen op zijn scholen niet volledig afschafte, matigde hij deze aanzienlijk. Door een ordelijke, goed beheerde en rustige omgeving te creëren, ontdekten de broeders dat ze veel minder reden hadden om zich op discipline te concentreren.
De La Salle was ook de eerste die scholen oprichtte voor de lerarenopleiding of wat lange tijd normaalscholen werden genoemd. Hoewel veel pastors op het platteland de La Salle vroegen om scholen voor hen te openen, beschikte hij niet over de mankracht om dit werk op zich te nemen. Daarom stelde hij aan deze priesters voor dat ze veelbelovende jonge mannen zouden sturen om gratis door zijn congregatie te worden opgeleid. Ze zouden seculiere kleding dragen en ‘de ware stelregels van de christelijke pedagogie leren, goed lezen, schrijven en zingen’. Terwijl de leerling-leraar les kreeg en studeerde bij een ervaren broeder, gaf hij ook les op de aangrenzende school, aangezien dit een practicum was. Hij richtte tijdelijke opleidingsscholen op in Reims, Parijs en St. Denis. Dit werk zou later door zijn discipelen verder worden uitgebouwd. Andere onderwijsvernieuwingen waren onder meer heropvoedingsinstellingen voor jeugdige delinquenten en populaire zondagscursussen voor werkende jonge mannen, waarbij zowel de nadruk lag op christelijk onderwijs als op de seculiere disciplines.
Twee jaar voordat hij stierf legde hij zijn leidinggevende functies neer en nam de rol van een nederige broeder op zich. Hij stierf op Goede Vrijdag 7 april 1719 in Saint-Yon, Rouen. Zes jaar na zijn overlijden, op 26 februari 1725 werd de congregatie van de ‘Broeders van de Christelijke Scholen’ door paus Benedictus XIII erkend via de pauselijke bul “In apostolicae dignitatis solio”. Deze erkenning gaf de Broeders de officiële toelating om de christelijke doctrine te onderwijzen en een religieuze congregatie te vormen (Broeders van de Christelijke Scholen ; Latijn: Fratres Scolarum Christianorum; afgekort: FSC) . Jean-Baptiste de La Salle werd op 24 mei 1900 heilig verklaard door paus Leo XIII. In 1950 noemde paus Pius XII hem de patroonheilige van leraren, het Instituut van de Broeders van de Christelijke Scholen, Lasalliaanse onderwijsinstellingen, opvoeders en schooldirecteurs. Van dan af viert de internationale Lasalliaanse gemeenschap ieder jaar opnieuw op 15 mei de feestdag van zijn stichter. In de kerkelijke kalender is 7 april als feestdag ingesteld.
St. Jean-Baptiste is vernoemd naar Johannes de Doper, wat treffend zijn levensmissie beschrijft: het brengen van de boodschap van Christus naar de verste uithoeken van de aarde.
Als besluit bij deze korte biografie citeren we uit een artikel van Joseph F. X. Sladky (2014), Jean-Baptiste de La Salle: Educator and Saint. https://www.catholicculture.org/culture/library/view.cfm?recnum=10556
“The influential and uplifting work of St. Jean-Baptiste de La Salle and the Christian Brothers contradicts the perennial and popular slander that “the Catholic Church is opposed to progress.” It is Christianity, here incarnated in the example of St. Jean-Baptiste de La Salle and his disciples, which guided civilization down the path of true progress, ultimately elevating the spiritual, moral, and intellectual life of the working classes and the poor. The life and work of this great saint is merely one of numerous examples, proving that “To be deep in history is to recognize the enduring contributions of Catholicism to civilization.”
Enkele andere geraadpleegde bronnen:
CORNET, Joseph (Broeder) & VAN DE VIJVER, Paul (Broeder) (vertal.), Leven van de Heilige Jan-Baptist de la Salle. Patroon van alle opvoeders. Published by Groot-Bijgaarden Broeders van de Christelijke Scholen, 1979, 146 p.
LOMBAERTS, Herman (1993), Terugblik op J.-B. De La Salle. In : H. Lombaerts (Red.), Lexicon Lasalliaans Schoolbeleid. Hoofdstuk 2 Historisch erfgoed, Lasalliaans Perspectief, Groot-Bijgaarden, p. 1-13.
Saint Jean-Baptiste de La Salle : Fondateur des Frères des Écoles Chrétiennes https://www.youtube.com/watch?v=Grz1s9AW6bU
https://connectusfund.org/the-story-behind-the-patron-saint-of-teachers-jean-baptiste-de-la-salle
https://www.lasalle.org/fr/santidad-lasaliana/st-jean-baptiste-de-la-salle/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Baptist_de_la_Salle
https://vlpidentiteit.weebly.com/uploads/1/2/0/3/120367741/het_leven_van_jb_dls.pdf
This is a pilgrimage, featuring Br. Gerard Rummery, FSC, throughout the historical Lasallian sites in France. www.dlsfootsteps.org
As an accompaniment to the website “In the Footsteps of De La Salle,” this booklet is a wonderful way to explore the videos on various key sites throughout France closely associated with St. John Baptist de La Salle’s life.
https://www.dlsfootsteps.org/wp-content/uploads/2018/05/DLSFootsteps-Guide2018.pdf
Het Instituut Broeders van de Christelijke Scholen (FSC)
In 1680 stichtte priester Jean-Baptiste de La Salle het Instituut van de Broeders van de Christelijke Scholen in Frankrijk. Het was de eerste congregatie die uitsluitend bestond uit mannelijke leken. Priesterlijke verplichtingen zouden volgens de stichter ten koste gaan van de gewenste hoofdtaak: het onderwijzen. Door het verzorgen van gratis onderwijs zette deze gemeenschap zich in voor de volksjeugd. Een christelijke en menselijke opvoeding van jongeren was en is nog steeds de leidraad voor het handelen.
Sinds de pauselijke erkenning in 1725 is de congregatie of het Instituut van de Broeders van de Christelijke Scholen een katholieke lekenreligieuze congregatie met pauselijk recht voor mannen en nu gevestigd in Rome, Italië. De Lasalliaanse broeders gebruiken de postnominale afkorting FSC om hun lidmaatschap van de congregatie aan te duiden.
Het instituut heeft in de negentiende eeuw model gestaan voor talrijke nieuwe broedercongregaties. In ruim twee eeuwen tijd groeide het instituut uit tot de grootste broedercongregatie ter wereld, ook bekend onder de naam Broeders van De La Salle. Omstreeks 1900 waren er al meer dan tweeduizend scholen door de broeders opgericht.
Sedert 1791 zijn de Broeders van de Christelijke Scholen actief in België. De invloed en de pedagogische geschriften van J.B. De La Salle genoten her en der bekendheid in België en stimuleerden sommige Waalse en Vlaamse stadsbesturen om die ‘Lasalliaanse pedagogie’ in te voeren.
De Lasalliaanse gemeenschap heeft ook tegenslagen gekend. De moeizame verhouding tussen kerk en staat in West-Europese landen belemmerde in de achttiende en negentiende eeuw geregeld het werk en het voortbestaan van plaatselijke communauteiten. Een eerste crisis situeert zich tijdens de Franse revolutie toen de congregatie door de overheid werd afgeschaft. Een heroprichting vond plaatst tijdens het bewind van Napoleon Bonaparte. Een tweede crisis werd veroorzaakt eind XIX eeuw door de strijd van de Franse regeringen tegen het onderwijs van de congregaties. Deze crisis werd het vertrekpunt voor een buitengewone uitbreiding in de wereld. In de XX eeuw evolueerde het Instituut gunstig en behoorde bij de belangrijke religieuze families in de Kerk.
Met de groei van het aantal katholieke scholen in België en naarmate de concurrentie tussen vrije en officiële scholen toenam, werd de nood aan samenwerking en centralisatie binnen het katholiek onderwijs sterker. Zo kwamen voor de verschillende onderwijsniveaus de Verbonden van het Katholiek Onderwijs tot stand. De congregaties steunden de werking van de Verbonden wel, maar waren toch niet zomaar bereid om de autonomie als inrichtende macht en de eigen pedagogisch-didactische vrijheid prijs te geven.
De toenemende laïcisering en ontkerkelijking sinds de tweede helft van vorige eeuw heeft een nieuwe crisis ingezet met de terugvloeiïng van het religieuze leven. In tegenstelling tot sommige congregaties die krampachtig vasthielden aan wat ze gerealiseerd hadden, hebben de Broeders van de Christelijke Scholen in het Vlaamse district (België Noord), zoals nog andere religieuze congregaties, de blik op de toekomst gericht. Ook al zijn geen Broeders nog actief aanwezig in de scholen, is de hoop gericht op de vele leken die de Lasalliaanse geest er levendig houden. Terecht duiden Decock en Lombaerts op het gevaar dat bestaat, dat men onderwijsinstellingen en opvoedingscentra hoofzakelijk benadert vanuit het standpunt van macht en van functionele, lucratieve belangen. Onze maatschappij is in sterke mate afhankelijk van economische ontwikkeling en bureaucratische efficiëntie. Dit is in zekere zin in tegenspraak met de voorkeuropties van De La Salle. Een Lasalliaanse school is immers een groepsgebeuren met een haast familiaal karakter, waar het hele leven aan bod komt in al zijn facetten, waar christelijke, educatieve, humane en materiële leefomstandigheden worden onderzocht, geëvalueerd en in de mate van het mogelijke geïntegreerd, verbeterd en uitgebouwd.
Zie: 225 JAAR LASALLIAANSE SCHOLEN BELGIË (2016). https://www.vlp-scholennetwerk.be/nl/Over-VLP/Historische-mijlpalen/
M. D’Hoker (1993), Aandeel en betekenis van de Lasalliaanse scholen in de ontwikkeling van het onderwijs in België. In: H. Lombaerts (Red.), Lexicon Lasalliaans Schoolbeleid.
S. Decock en H. Lombaerts (1993), Een gemeenschappelijke zending. Oriëntaties voor de 21ste eeuw. In: H. Lombaerts (Red.), Lexicon Lasalliaans Schoolbeleid.
De congregatie FSC wereldwijd
Tegenwoordig bestaat de grote familie De La Salle uit meer dan 3.000 broeders, die samen met de 90.000 leraren en lekenmedewerkers helpen bij meer dan 1.100 educatieve werken, en in 80 landen meer dan 1 miljoen leerlingen bereiken. De onderwijscentra van het Lasalliaanse Instituut omvatten alle graden: kleuterschool, basisonderwijs, middelbare scholen, middelbare scholen, niet-formele onderwijscentra, centra voor beroepsopleiding en universiteiten. De helft van deze Lasalliaanse studenten loopt het risico van sociale en educatieve uitsluiting in de meest kwetsbare landen en/of contexten op onze planeet. De geest van de missie is in feite het bieden van onderwijskansen aan degenen die anders geen toegang zouden hebben tot onderwijs en het bevorderen van de inclusie van de meest gemarginaliseerde sociale groepen, vrouwen en meisjes, en leerlingen met speciale behoeften, over de hele wereld. Via zijn onderwijscentra luistert het De La Salle Instituut naar de behoeften van de realiteit waarin het opereert en reageert het met geïntegreerde en duurzame programma’s, zodat zijn scholen een motor van ontwikkeling voor de hele gemeenschap worden.
De Lasalliaanse congregatie is wereldwijd georganiseerd in vijf regio’s die bestaan uit districten.
Zie: https://www.lasalle.org/en/en-el-mundo/
- PARC – PACIFIC-ASIA REGIONAL CONFERENCE
- RELAF – RÉGION LASALLIENNE AFRIQUE-MADAGASCAR
- RELEM – RÉGION LASALLIENNE EUROPE-MÉDITERRANÉE
Districten:
-
- ARLEP (España – Portugal)
- BELGIE- NOORD (Vlaamse regio)
- EUROPE CENTRALE (Autriche – Hongrie – Pays-Bas – Roumanie – Slovakia)
- FRANCE ET EUROPE FRANCOPHONE ( France – Belgique – Grèce – Suisse)
- IRELAND, GREAT BRITAIN AND MALTA
- ITALIA
- POLOGNE
- PROCHE-ORIENT (Égypte – Liban – Israel – Jordanie – Palestine – Turquie)
- RELAL – REGIÓN LATINOAMERICANA LASALLISTA
- RELAN – RÉGION LASALLIENNE DE L’AMÉRIQUE DU NORD / LASALLIAN REGION OF NORTH AMERICA
Het Generale Huis van de Broeders van de Christelijke Scholen is de residentie van de Algemene Overste en zijn Raad. Hier zijn de centrale overheid en de Algemene Diensten van het Instituut gevestigd. Van de 17e tot de 19e eeuw lag het centrum van het Instituut in Frankrijk (Rouen, Lyon, Parijs). Aan het begin van de 20e eeuw werd het overgebracht naar België (Lembeek, deelgemeente van stad Halle) en sinds 1937 bevindt het zich in Rome. Op 18 mei 2022, tijdens het 46e Generaal Kapittel van de Broeders van de Christelijke Scholen, werd broeder Armin Luistro (1961) door de Vergadering van 70 Kapittelbroeders, bijeengekomen in de Aula Magna van het Generalaat in Rome, verkozen tot 28e Generaal Overste van het Instituut.
https://www.lasalle.org/en/86520/
Het Instituut heeft sedert 1956 belangrijke stappen gezet voor zijn aanwezigheid in de wereld door internationale centra voor studie en opleiding op te richten. Het Centrum voor Lasalliaanse Studies, ondergebracht in het Generaal Huis van de Broeders van de Christelijke Scholen te Rome, staat in voor het wetenschappelijk onderzoeken en verspreiden van het Lasalliaans gedachtengoed. https://www.lasalle.org/en/
Centro Internazionale Lasalliano (Rome) bestaat sedert 1968 en organiseert sessies voor de spirituele herbronning. Het is een ontmoetingsplaats van broeders uit vele landen en verschillende culturen en tracht een vernieuwd inzicht aan te reiken in de leer van De La Salle en projecten op te zetten die beantwoorden aan de actuele noden. https://www.lasalle.org/en/cil-2022-program-for-formators/
Het Buttimer Institute of Lasallian Studies (Illinois, USA) werd in 1986 gestart voor de studie van het leven en het werk van De La Salle. Het is vooral afgestemd op het Noordamerikaanse continent. https://lasallian.info/programs-events/buttimer/
Met het Centro De Renovacion Lasallista wilde men een bijdrage leveren voor de spirituele vernieuwing van de broeders in de Latijns-Amerikaanse landen. https://www.relal.org.co/
In 1990 hebben de broeders van Indië en Sri Lanka een studieprogramma opgezet: Institute Of Spiritual Formation Of Asia. https://www.lasalleindia.org/
De Afrikaanse Lasalliaanse Regio heeft sedert 1975 haar centrum voor continue vorming: Le Centre Lasallien Africain. https://celaf-institut.org/fr/presentation.html
Zie: D. Goemaere (1993), Internationale Lasalliaanse Centra. In: H. Lombaerts (Red.), Lexicon Lasalliaans Schoolbeleid.
De katholieke kerk heeft een bijzondere waardering voor het wereldwijde netwerk van de Lasalliaanse congregatie. Ter gelegenheid van de 300ste verjaardag van het overlijden van hun stichter, de heilige Jean-Baptiste De La Salle, richtte Paus Franciscus (2019) zich tot de leden van de Gemeenschap van de Broeders van de Christelijke Scholen.
“Wordt het niet moe op zoek te gaan naar wie zich in de moderne graven bevinden van ontreddering, ontwaarding, onbehagen en armoede om hoop te geven op een nieuw leven. Moge het elan voor een zending in de opvoeding, die van uw stichter een meester en getuige maakte voor zo vele van zijn tijdsgenoten, ook vandaag uw plannen en werking voeden.”
Citaat uit: https://rkdocumenten.nl/toondocument/7440-onderwijs-is-er-voor-allen-nl
Ontwikkeling en huidige situatie van de Lasalliaanse scholen in Vlaanderen
Volgens Kristien Suenens hebben de omwentelingen -secularisering, laïcisering en democratisering- die de maatschappij en het onderwijs in de naoorlogse periode kenmerkten, de fundamenten van de religieuze onderwijsinstituten ondermijnd. Hun identiteit ontleenden ze grotendeels aan hun apostolaat en op dat terrein konden ze niet langer hun rol vervullen. Het werd de start van een moeilijke zoektocht naar een nieuw evenwicht tussen samenwerking met leken, bewaking van de pedagogische identiteit en heroriëntering van het apostolaat. Het doorgeven van de onderwijsinstellingen ging in veel gevallen gepaard met pogingen om ook de specifieke pedagogische identiteit te vrijwaren. Met een eigen pedagogische begeleidingsdienst trachten enkele congregaties een impuls te generen vanuit de religieuze instituten naar de onderwijsinstellingen van hun scholennetwerk.
Zie: K. Suenens (2016), Broeders en paters voor de klas. De mannelijke religieuzen. In: J. De Maeyer en P. Wynants (red.), Katholiek Onderwijs in België. Identiteiten in evolutie 19de – 20ste eeuw. Halewijn-Averbode, Leuven, p. 161-175.
Tijdens de tachtigerjaren van vorige eeuw was de Lasalliaanse congregatie in Vlaanderen reeds duidelijk bewust van de transitieproblemen binnen hun scholennetwerk. Dit werd grondig voorbereid en vormde de basis voor het Lexicon Lasalliaans Schoolbeleid (1995) met een omschrijving van de strategische visie van het Instituut op het partnerschap van leken en broeders.
Zie: Dirk Musschoot (2005), Broeders van de Christelijke Scholen sterven uit. https://www.nieuwsblad.be/cnt/g57f331o
Zo werd in 1995 het Vlaams Lasalliaans Perspectief (VLP) opgericht. Het is thans gevestigd in het De La Sallecentrum te Groot-Bijgaarden. Het VLP telt een aantal leken medewerkers die, onder het canonisch gezag van de Broeders, het pedagogisch en pastoraal beleid van het scholennetwerk opnemen. Door fusies van scholen, oorspronkelijk behorend tot verschillende netwerken en werkend vanuit verschillende tradities, ontstaan andere (katholieke) schooltypes. De schaalvergroting brengt een nieuwe reorganisatie tot stand. Bovendien is onze samenleving en ook de schoolbevolking meer divers geworden op socio-cultureel, ethisch en levensbeschouwelijk gebied. Het is een belangrijke uitdaging voor o.a. het Lasalliaanse netwerk om de oorspronkelijke maatschappijgerichte aanzet van De La Salle te vertalen in een christelijk geïnspireerde aanwezigheid binnen de onderwijsontwikkeling zoals die zich in de publieke ruimte van de huidige samenleving ontvouwt.
Zie: 225 JAAR LASALLIAANSE SCHOLEN BELGIË (2016). https://www.vlp-scholennetwerk.be/nl/Over-VLP/Historische-mijlpalen/
Het VLP netwerk
De organisaties die tot het VLP-netwerk behoren kunnen in twee grote groepen worden opgedeeld. Enerzijds zijn er de basis- en secundaire scholen met hun inrichtende machten en schoolbesturen. Anderzijds zijn er de Centra en Werken gericht op jeugdzorg met vakantiewerking en internaten.
De website van VLP brengt 19 basisscholen in kaart, 12 secundaire scholen en 4 centra. De scholen en opvoedingscentra die zich verbinden met het VLP herkennen zich in een gedeelde Lasalliaanse inspiratie als leidraad voor hun visie op degelijk eigentijds christelijk onderwijs. Ondersteuning hierbij wordt geboden door de Werkgroep Identiteit met als algemene doelstelling de Lasalliaanse inspiratie inhoud en vorm te geven in een re-contextualisering van christelijk geloof en eigen charisma – pour que l’école aille bien.
Zie: https://www.vlp-scholennetwerk.be/nl/Home/
Enkele nabeschouwingen
- Met het Lexicon Lasalliaans Schoolbeleid werd een stevige nalatenschap aan de Lasalliaanse scholen geschonken. Het is jammer dat deze publicatie uit 1995 geen update heeft gekend, ten minste voor zover we kunnen achterhalen via de VLP website. Het zou de moeite waard zijn om een selectie van de teksten digitaal beschikbaar te stellen omdat ze inspirerend en richtinggevend blijven.
- Hoe de Lasalliaanse missie in de scholen wordt geconcretiseerd is moeilijk te achterhalen. De websites van de scholen, aangesloten bij het netwerk, brengen geen duidelijk beeld over hun Lasalliaanse pedagogie. Bij sommige scholen wordt geen enkele verwijzing gemaakt naar het netwerk VLP, de Broeders van de Christelijke Scholen of naar J-B de La Salle. Opvallend is ook dat ouders weinig worden aangesproken tot participatie bij de schoolwerking en i.h.b. bij het pedagogisch project. M.a.w. het ‘uitdragen’ van de specificiteit van het Lasalliaans schoolproject komt in geringe mate aan bod in de publieke communicatie.
- Sinds de fusies in het hoger onderwijs en het ontstaan van de hogescholen is de ideologische band tussen de broederscholen en de lerarenopleidingen doorgeknipt. Zijn jonge leraren zich nog bewust van de levensbeschouwelijke verschillen tussen scholen? Kiezen ze bij sollicitaties bij voorkeur voor het pedagogisch project van een school of zijn opportunistische redenen doorslaggevend? Maken vacatureberichten en sollicitatiegesprekken de kandidaten bewust van het verwachte levensbeschouwelijke engagement? Dit is niet evident in een periode van een lerarentekort…
- Een blik op het wereldwijde netwerk van de Lasalliaanse scholen en organisaties wekt interesse en bewondering op. Sommige regio’s zijn zeer geëngageerd en kunnen inspirerend zijn voor andere regio’s. Vele publicaties zijn te downloaden via de website lasalle.org
https://www.lasalle.org/wp-content/uploads/2023/01/ENG-LEVADURA.pdf
- Het is belangrijk voor de congregationele scholen om het “theoretisch” concept van dialoogschool, zoals ontwikkeld door Katholiek Onderwijs Vlaanderen, op een creatieve wijze te vertalen in de praktijk met aandacht en ruimte voor meerstemmigheid. Dialoogschool maak je in de samenwerking met leerlingen, leerkrachten, ouders… Het gaat niet om kennis maar om een basishouding, gebaseerd op een spirituele onderstroom die het accent legt op de liefde voor de mens en in het bijzonder de aandacht voor de sociaal kwetsbare mens. Daarbij moet aandacht gaan naar de vorming en naar de vorming van de vormers. Mensen op alle niveaus binnen de ruimere werking van de school hebben behoefte aan “voeding”, zeker in een context waarin het congregationeel onderwijs zich verder ontwikkelt zonder religieuzen.
Citaat uit: DE EIGENHEID VAN HET CONGREGATIONEEL ONDERWIJS IN HET KATHOLIEK ONDERWIJSLANDSCHAP Studiedag OCR | woensdag 14 september 2016 Slotdocument.
https://www.urv.be/upload/ckeditor/file/URV-OCR-Studiedag-Zevenkerken-14sept2016-Slotdocument.pdf
https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/katholieke-dialoogschool/visietekst