Kwaliteitsvolle minimumdoelen: een basis voor kwaliteitsvol basisonderwijs ?

In 2021 schreven we reeds een opinieblog over het spanningsveld tussen eindtermen, leerplannen en schoolcurricula. Zie: https://www.interactum.be/eindtermen-en-leerplandoelen-voor-het-basisonderwijs-in-vlaanderen/ . Tegen deze achtergrond hebben we het in dit blogbericht over de recente ‘Visienota over de vaststelling van kwaliteitsvolle minimumdoelen in het basisonderwijs’ (3 maart 2025) van de Vlaamse onderwijsminister die geen geslaagd voorbeeld is van een kwaliteitsvolle bestuurlijke nota maar eerder een narratief waarin een ideologische onderwijsbenadering wordt verheerlijkt. De zakelijkheid en objectiviteit die je van de overheid mag verwachten is zoek geraakt. Of eindtermen nu minimumdoelen worden genoemd zal de basisschool een zorg wezen. Het invoeren van tussentijdse doelen die getoetst worden op het einde van de tweede graad maken de verwarring nog groter. Duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden tussen overheid en schoolbesturen is in de visienota niet het sterkste punt. Het lijkt op ‘goed bedoelde bemoeizucht’. Zou het niet sterker zijn om als overheid de eindtermen vast te leggen en aan de leerplanontwikkelaars de opdracht te geven om de doelen voor de vakgebieden per leerjaar of per graad uit te werken. De koppeling van landelijke toetsen aan deze doelen blijft een handige tool om feedback aan de scholen te leveren en tijdig remediëringstrajecten op te zetten.

Een ander heikel punt dat reeds decennia aan de orde is maar niet wordt aangepakt is de rol die de overheid kan opnemen, zonder de vrijheid van onderwijs in het gedrang te brengen, door te bewerkstelligen dat schoolbesturen/koepels gemeenschappelijke leerplannen ontwikkelen voor bijvoorbeeld de vakgebieden wiskunde en Nederlands. Voor vakgebieden die sterker gekleurd zijn door levensbeschouwing kan de pluriformiteit van leerplannen verdedigd worden.

Terecht wordt van oudsher, sinds de invoering van de leerplicht, in het basisonderwijs de nadruk gelegd op de vakgebieden wiskunde en Nederlands. Nu wil de minister ook bepalen hoeveel onderwijstijd naar deze vakken moet gaan, alsof dit in de onderwijspraktijk onvoldoende gebeurde en bovendien beide vakgebieden ook aan bod kunnen komen in andere vakgebieden zoals muzische vorming en wereldoriëntatie. Bovendien is het moeilijk vaststelbaar wanneer vijftig procent onderwijstijd besteed is aan taal en wiskunde. Het eenzijdig benadrukken in de visietekst van beide vakgebieden wekt de indruk dat andere vakgebieden er niet toe doen en zodoende bestendigt de overheid de negatieve beeldvorming over o.a. muzische opvoeding. In een visie op gelijke kansen zou juist op deze component van de persoonlijkheidsvorming moeten ingezet worden. In het basisonderwijs kan een belangrijke aanzet gegeven worden tot participatie aan het DKO aangezien op basis van de onderwijskansarmoede-indicatoren men vaststelt dat kinderen die opgroeien in maatschappelijk kwetsbare buurten, kinderen die opgroeien in een gezin met minder financiële mogelijkheden, kinderen met een lager opgeleide moeder en kinderen waarvan de thuistaal niet het Nederlands is, slechts in beperkte mate hun weg vinden naar het deeltijds kunstonderwijs.

Een globale visie op het basisonderwijs biedt de huidige visietekst van de minister niet. Je zou verwachten dat dergelijke tekst sturend moet worden voor de commissies die de minimumdoelen opstellen. Alweer een gemiste kans tot een noodzakelijke hervorming in het basisonderwijs. Waarom is het zo moeilijk voor het beleid om erkenning te geven voor de voortreffelijke VLOR visietekst over het basisonderwijs en over een draagvlak voor nieuwe onderwijsdoelen in het basisonderwijs.

Zie: Vlor, Raad Basisonderwijs. Advies over de krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs, 16 september 2015.

Vlor, Raad Basisonderwijs. Vorm geven aan nieuwe onderwijsdoelen voor het basisonderwijs. Advies over principes en aanbevelingen voor nieuwe eindtermen en ontwikkelingsdoelen in het gewoon basisonderwijs, 10 juni 2020.

Waarom leren we zo weinig uit de misvattingen en ontgoochelingen op de werkvloer met vorige versies van eindtermen en leerplannen.  Wellicht een factor in de dalende onderwijskwaliteit… ? Bijvoorbeeld bij het nalezen van de huidige leerplannen muzische vorming stellen we vast dat de visie op muzische vorming tussen de verschillende koepels weinig verschillend is. Het zijn bevlogen en inspirerende teksten. Maar de uitgewerkte leerlijnen met doelen en koppelingen met de eindtermen zijn echt administratieve aangelegenheden geworden en zeker niet meer inspirerend voor de leraar die geacht wordt een jaarplan op maat van zijn klas op te stellen. De nood aan begeleiding om de vertaalslag te maken van leerplan naar klaspraktijk is hoog en zou meer prioriteit moeten krijgen. Bij de redactie van leerplannen zou men op ruime schaal ervaren leraren/mentoren via bijvoorbeeld focusgroepen moeten betrekken om werkbare en inspirerende documenten samen te stellen. Deze praktijktoets is essentieel. Zowel tijdens het proces van het samenstellen van minimumdoelen als van de concrete doelen en leerlijnen zou een brede consultatie van het werkveld moeten voorzien worden. In een digitaal tijdperk kan dit snel, effectief en met grote betrokkenheid van diegenen die morgen de handen uit de mouwen steken voor een kwaliteitsvol onderwijs. Tijdens het implementeren van nieuwe leerplannen zou binnen scholengroepen het overleg en de kennisdeling met collega’s structureel in het takenpakket van de leraar moeten opgenomen worden en dit met de nodige begeleiding van schoolontwikkelaars en/of pedagogische begeleidingsdiensten.

https://www.vlaanderen.be/onderwijs-en-vorming/leerstof/leerplannen

https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/achtergrond-bij-ontwikkelvelden/vernieuwing-eindtermen-en-ontwikkelingsdoelen

https://ateljeepbsog.weebly.com/uploads/1/8/3/7/18371933/leerplan_muvo.pdf

https://pro.g-o.be/themas/communicatie/go-brochures-en-publicaties/publicaties/go-leerplan-muzische-vorming-voor-het-basisonderwijs/

https://data-onderwijs.vlaanderen.be/documenten/bestand.ashx?nr=24571

Ter afronding

De visietekst mist een globale visie op ‘het basisonderwijs van morgen’ en wil op een drafje nieuw geformuleerde doelen ingang doen vinden. Een ‘trumpiaanse benadering’ voor verandering en als het werkveld dit slikt dan zullen leerplannen, handboeken, … dezelfde minimale kwaliteiten hebben en een breed draagvlak voor een hervorming missen.

Een doorgesproken traject met de stakeholders voor de implementatie van de nieuwe minimumdoelen zou de visietekst tot een beleidstekst verheffen. Ook de reële kosten van dit traject moeten voorzien worden in een meerjarentraject.