Wat is er mis met onderwijsmethoden gebaseerd op de sociaal constructivistische leertheorie?

Het sociaal constructivisme is een stroming in de leertheorieën die het leren ziet als een actief proces van kennisverwerving waarbij de kennis ontstaat en gedeeld wordt met anderen. Eén van de principes is dat leren een proces is van kennis construeren. Leren gebeurt in een context en een rijke leeromgeving is onmisbaar. Het constructivisme vindt o.a. zijn wortels in het werk van Jean Piaget, de Gestalt-psychologen Bartlett en Bruner en in de onderwijsfilosofie van John Dewey.

Bron: https://uminntilt.com/2013/01/21/1997/

Er is geen eenduidige constructivistische leertheorie en het blijkt in deze zin eerder een filosofisch referentiekader te zijn dan een theorie waaruit duidelijke en operationele opvattingen over leren en instructie kunnen afgeleid worden. Sommigen leggen vooral de nadruk op de sociale constructie van kennis, anderen vinden het sociale aspect minder belangrijk. Eén van de belangrijkste sociaal constructivisten is Vygotsky. Het constructivisme is als leertheorie niet terug te brengen tot één auteur maar is eerder een denkschool.

Zie: https://wij-leren.nl/sociaal-constructivisme.php

https://www.ensie.nl/piet-van-der-ploeg/sociaal-constructivistisch-leren

https://courses.lumenlearning.com/educationalpsychology/chapter/major-theories-and-models-of-learning/

Zie: Thema 6: Van een constructivistische visie op leren naar het ontwerpen van instructie. In: M. Valcke (2000), Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Academia Press, Gent, p.141-196.

De constructivistische leertheorie blijkt echter geen goede raadgever als het gaat om het inrichten van het onderwijs en het maken van didactische keuzes. Vooral als dit aanleiding is tot minimaal begeleide onderwijspraktijken,  i.c. discovery learning, inquiry-based learning en problem-based learning. Reeds in 1992 wees Paul Kirschner op de belangrijke denkfout die in onderwijsland werd gemaakt door het constructivisme als didactiek voor te stellen.

Zie: https://www.scienceguide.nl/2019/10/constructivisme-is-een-slechte-didactische-raadgever/

Een genuanceerde benadering op het constructivisme en onderwijsmethoden die afgeleid zijn van deze theorie brengt Robert Slavin in het hoofdstuk ‘Student-centered and constructivist approaches to instruction’ in zijn textbook R. Slavin (2014, 10th edition) Educational Psychology. Theory and Practice. Pearson, Harlow, p. 321-364.

Vandaar zijn conclusie: ‘It is only reasonable to seek a balance between direct instruction and constructivist approaches and to use them to accomplish a wide range of objectives.’

Mike Hobbiss (University College of London) stelt terecht dat het probleem niet is dat het constructivisme als leertheorie fout zou zijn. De theorie is wel erg populair geworden door allerlei methodieken te verantwoorden met deze theorie zonder wetenschappelijke basis hiervoor. De reeds genoemde praktijken in het onderwijs blijven echter doorgaan zonder enig comparatief onderzoek over de meerwaarde van deze instructiemethoden.

https://npjscilearncommunity.nature.com/users/33200-mike-hobbiss/posts/41828-constructivism-is-a-theory-of-learning-not-a-theory-of-pedagogy-neuroscience-explains-why-this-is-important

Thans leveren de neurowetenschappen wel evidentie voor de leertheorie. Zo wordt aangetoond dat de ontwikkeling van het brein en het opslaan van informatie in hoge mate bepaald wordt door de context waarin het individu zich bevindt. Bovendien heeft elk individu zijn uniek neuraal netwerk, lichamelijke en sociale context op elk moment. Zelfs dezelfde omgevingsstimuli leiden tot partiële representaties van deze stimuli in verschillende individuen. Deze neurowetenschappelijke evidentie sluit goed aan bij de constructivistische leertheorie. In een artikel van R. Dennick (University of Nottingham, UK) treft ons volgende conclusie:

“Finally it is increasingly being suggested that the physical structure of the brain and its processes provides a neuroscientific rationale for constructivist cognition implying that certain pedagogical methods such as active learning should be encouraged. All medical and health science educators should be aware of the fundamental principles of constructivism and the extent of its influence on educational theory and clinical practice.”

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4939219/

Reg Dennick (2016), Constructivism: reflections on twenty five years teaching constructivist approach in medical education. International Journal of Medical Education, 200-205.

Jammer genoeg is het gemeengoed geworden in onderwijs om een stap verder te gaan en deze leertheorie te gebruiken om ‘favoriete’ methodieken aan te bevelen. Tal van nieuwe onderwijspraktijken, ook het ‘nieuwe leren’ genoemd, deduceren uit de constructivistische leertheorie de conclusie om de kerntaak van leraar te reduceren tot ontwerpen van leeromgevingen waarin lerenden zelf leren wat aansluit bij hun reeds ontwikkelde cognitieve structuur. Expliciete begeleiding/instructie wordt grotendeels beperkt gehouden omdat het constructivisme de nadruk legt op actieve kennisconstructie. Helaas is deze sprong van leertheorie naar didactiek niet gerechtvaardigd. Constructivisme, zoals puur opgevat als een leertheorie door Piaget, was niet ontworpen als verantwoording voor onderwijsmethoden.

Wat de neurowetenschappen aangeven is dat ons brein steeds partiële informatie over de wereld kan opslaan. Voor het onderwijs is het daarom belangrijk om deze informatie zoveel mogelijk en vanuit verschillende invalshoeken aan te bieden. Een bepaalde methode om dit te bereiken is niet voorhanden. Een combinatie van werkvormen zal waarschijnlijk een ruime verscheidenheid in contexten bieden en zo transfer van kennis en inzicht bijbrengen aan de lerenden. Of dit met expliciete of directe instructiemethoden moet gebeuren of met ‘dialogic teaching’, goed gestructureerde coöperatieve werkvormen, ‘inquiry-based learning’,… blijft een open vraag voor elke klassituatie en is de beslissing van elke individuele leraar die op een professionele wijze zijn beroep tracht te beoefenen.