Lopen leerlingen een onherstelbaar leerverlies op door de lange onderbreking van de schooltijd tijdens de zomervakantie? Als dit een reëel probleem is, dan is het onbegrijpelijk dat de overheid reeds vele decennia ‘uitstelgedrag’ vertoont en geen maatregelen treft. Of is het leerverlies een onderwijsmythe geworden? In de Verenigde Staten, met een zomervakantie van twee tot drie maanden, zijn reeds sinds begin vorige eeuw regelmatig publicaties te vinden over ‘summer learning loss, summer setback, summer slide, summer learning gaps, …’. Als remedie werd reeds decennia geleden in de VS de zomerschool ingevoerd. In een eerder bericht hebben we dit onderwerp reeds besproken.
Zie: Zomerscholen, zomerkampen, enz. Zie je door de bomen het bos niet meer ? (7 augustus 2023) https://www.interactum.be/zomerscholen-zomerkampen-enz-zie-je-door-de-bomen-het-bos-niet-meer/
Zie ook: Arnou, C., Van den Branden, K., De Witte, K., Henkens, B., Rotty, N. (2020), Uitpakken met zomerscholen als vaccin tegen corona-achterstand. Hoe haalbaar en realistisch is dat? https://ppw.kuleuven.be/platforml/blogs/2020/uitpakken-met-zomerscholen-als-vaccin-tegen-corona-achterstand-hoe-haalbaar-en-realistisch-is-dat
Van de Looverbosch, H. (2021), Zomerscholen in Vlaanderen. Van noodzaak tot verduurzaming. Masterproef UGent. https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/003/007/093/RUG01-003007093_2021_0001_AC.pdf
Politieke jojo over vakantiespreiding in het onderwijs
Tijdens elke legislatuur duikt de discussie op over de vakantiespreiding in het onderwijs. In 1948 werd in België de zomervakantie vastgelegd van 1 juli tot 31 augustus. Einde van de jaren tachtig kwamen er discussies over de onregelmatige verdeling van de vakantietijden. Het spreiden van de vakantietijd is een problematiek die in vele onderwijssystemen aan de orde is. De discussies hebben te maken met de nogal onlogische spreiding van de vakanties met een piekperiode van tot negen weken in de zomer en met trimesters die sterk in omvang variëren.
In een rapport van de Koning Boudewijnstichting in 1994 wordt gepleit voor een verkorting met twee weken van de zomervakantie. In opdracht van de Vlaamse regering met onderwijsminister Van den Bossche voerde Ignace Glorieux een onderzoek uit (1998) en stelde voor om een schooljaar te verdelen in periodes van zeven tot acht weken, vier tussentijdse vakanties en een verkorte zomervakantie waarbij de totale schooltijd 37 weken bleef met 15 vakantieweken. Met dit voorstel werd niets ondernomen en voor de volgende minister Vanderpoorten was het geen prioritair actiepunt. Ook minister Vandenbroucke ging er niet verder op in en sindsdien sluimert de problematiek.
Zie: https://www.impuls-onderwijs.be/de-herfstvakantie-verlengen-vakantiespreiding-terug-van-weg-geweest/
Met het schooljaar 2022-2023 werd in de Franstalige gemeenschap van België een nieuwe vakantiespreiding geïntroduceerd. Er worden niet enkel twee weken zomervakantie verplaatst, maar het schooljaar wordt evenwichtiger verdeeld in blokken van 7(8) weken les, afgewisseld met telkens 2 weken vakantie en afgesloten met 7 weken zomervakantie. Dit voorstel is een directe aanleiding om in Vlaanderen de discussie opnieuw te hervatten. Het feit dat in de Vlaamse, de Franstalige en de Duitstalige gemeenschap verschillende schoolkalenders worden gehanteerd, hoeft geen probleem te zijn. Het is ook zo bijvoorbeeld in Duitsland en in Nederland met drie zones met eigen vakantieregeling.
https://www.knack.be/nieuws/laten-we-de-zomervakantie-met-2-weken-inkorten/
De Vlaamse onderwijsminister vroeg over de vakantiespreiding een advies aan de VLOR (*) en vindt de problematiek niet prioritair omdat er ‘onvoldoende draagvlak’ is in Vlaanderen om de vakantiekalender te wijzigen. Van het beleid zou je mogen verwachten dat ze draagvlak creëren indien een wijziging noodzakelijk is omwille van de beoogde onderwijskwaliteit, i.c. het verhogen van leerkansen, het bestrijden van sociale ongelijkheid, het fysieke en mentale welzijn van leerlingen en personeelsleden en de organisatie van de school.
(*) VLOR – Verslag debat over organisatie schooljaar – 24 februari 2022 https://www.vlor.be/activiteiten/verslagen/debat-ter-voorbereiding-van-het-advies-organisatie-van-het-schooljaar
VLOR Advies – 23 juni 2022 Organisatie van het schooljaar. Aanbevelingen na consultatie van het onderwijsveld https://s3-eu-west-3.amazonaws.com/vlor-prd/advice_final_attachments/AR-AR-ADV-2122-024.pdf
Glorieux, I. (1998), De optimalisering van het gebruik van de jaarlijkse onderwijstijd. (OBPWO onderzoek 94.029), VUB, Brussel.
Glorieux, I. & Kermarrec, G. (1996). Effecten van variaties in ordening van de jaarlijkse onderwijstijd. Een literatuurstudie. Brussel: VUB Onderzoeksgroep TOR.
https://torvub.be/wp-content/uploads/2021/11/De-tijden-veranderen.pdf
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/05/02/ingekorte-schoolvakantie-voor-en-tegenstanders/
In aanloop naar de verkiezingen 2024 vinden we slechts bij twee politieke partijen aandacht voor een herziening van de schoolvakanties. Zo pleiten Vooruit (resolutie 554) en Open VLD (resolutie 363) in hun verkiezingsprogramma’s om de zomervakantie met twee weken in te korten en de herfst- en krokusvakantie met één week te verlengen. Het steeds weerkerende argument voor deze ingreep is het leerverlies gedurende de zomervakantie en het effect zou het meest voelbaar zijn bij leerlingen uit kansarme milieus.
Zie: Klasse (6 juni 2018), Zomervakantie: wat is het effect op je leerlingen?
https://www.klasse.be/135011/zomervakantie-wat-is-het-effect-op-je-leerlingen/
https://www.vooruit.org/programma-download
https://www.openvld.be/verkiezingsprogramma_open_vld
Voor CD&V is het standpunt: “Via actueel Vlaams wetenschappelijk onderzoek gaan we na hoe zomerverlies zich precies ontwikkelt en wat de consequenties ervan van zijn.” Er wordt verwezen naar het VLOR advies en het bekijken van de mogelijke herschikking van de schoolkalender in een bredere context van een gelijke onderwijskansenbeleid. Volgens het VLOR advies is met enkel een inkorting van de zomervakantie het niet mogelijk om de leer- en ontwikkelingskansen van kansarme leerlingen te verhogen.
Zie: CD&V Verkiezingsprogramma, Kies zekerheid. p.130 https://www.cdenv.be/verkiezingen_2024
Het opnieuw vragen om bijkomend onderzoek is een symptoom van uitstelgedrag. Het advies van de VLOR is complex om te realiseren maar is wel de juiste weg voor een coherent en toekomstgericht onderwijsbeleid. Het advies moet zonder dralen omgezet worden in beleid.
“Geef ons een duidelijk plan van hoe de Vlaamse overheid de groeiende kansarmoede wil aanpakken, hoe alle betrokken beleidsdomeinen daartoe de krachten zullen bundelen.”
(Citaat uit: VLOR Advies – Organisatie van het schooljaar Aanbevelingen na consultatie van het onderwijsveld, 2022, p.8)
Veel onderwijskundig geblaat maar weinig wol
Leerverlies tijdens de zomervakantie is een gedocumenteerd fenomeen. Reeds studies uit 1906 in de VS hebben dit fenomeen van leerverlies aangetoond. Sindsdien volgden vele studies, reviews, opiniestukken, … Men ontdekte dat de meeste leerlingen aan het einde van de zomer lagere scores behalen op dezelfde gestandaardiseerde tests in vergelijking met hun resultaten aan het begin van de vakantie. Een aantal onderzoekers heeft geconcludeerd dat vrijwel alle verschillen in prestaties tussen leerlingen met een lage SES en hun meer bevoorrechte klasgenoten te wijten zijn aan ongelijkheid in hun ervaringen tijdens de zomermaanden.
Drie reviews vatten de resultaten van onderzoeken samen. Het betreft onderzoeken naar de impact van zomervakanties op de leerresultaten, die allemaal methodologisch verantwoord worden geacht. De algemene trend is dat leerlingen met een lagere SES een groter leerverlies oplopen tijdens de zomervakantie dan hun leeftijdsgenoten met een hogere SES.
- Cooper e.a. (1996) hebben 39 onderzoeken naar het leren van kinderen tijdens de zomermaanden beoordeeld en voerden een meta-analyse uit van 13 onderzoeken van de hoogste kwaliteit. Ze stelden vast dat tijdens de zomervakantie het leerverlies meer uitgesproken was voor rekenen dan voor lezen. Alle leerlingen, ongeacht hun SES, hadden een leerverlies van een maand voor wiskundige vaardigheden. Voor begrijpend lezen daalde in alle SES groepen het niveau maar nog meer voor leerlingen met een lagere SES.
- Downey, von Hippel en Broh (2004) gebruikten gegevens van 20.000 kinderen die deelnamen aan de Early Childhood Longitudinal Study, Kindergarten Cohort, om de leerresultaten van leerlingen met een hoog en laag SES te onderzoeken tijdens het schooljaar en tijdens de zomermaanden. De lees- en wiskundetestscores van leerlingen geven aan dat een prestatiekloof tussen beide groepen reeds aanwezig is voor de schooltijd start. Deze verschillen namen toe tijdens de schoolperiode maar aanzienlijker tijdens de zomervakantie.
- In het onderzoek van Alexander, Entwisle en Olson (2007) naar leerverlies in de zomer werd gebruik gemaakt van gegevens uit de Baltimore Beginning School Study bestaande uit een representatieve willekeurige steekproef van 790 schoolkinderen. Ze stelden vast dat de testscores tijdens het schooljaar voor leesvaardigheid gelijk waren voor leerlingen met een lage SES in vergelijking met leerlingen met een hoge SES. De leesvaardigheid van leerlingen met een hoger SES daarentegen bleef tijdens de zomervakantie verbeteren, terwijl leerlingen met lagere SES terrein verloren.
Zie: Cooper, H., Nye, B., Charlton, K., Lindsay, J., & Greathouse. S. (1996). The Effects of Summer Vacation on Achievement Test Scores: A Narrative and Meta-Analytic Review. Review of Educational Research, 66(3), 227-268.
Alexander, K.L., Entwisle, D.R., & Olson, L.S. (2007). Lasting Consequences of the Summer Learning Gap. American Sociological Review, 72(2), 167-180.
Downey, D.B., von Hippel, P.T., & Broh, B. (2004). Are Schools the Great Equalizer? School and Non-School Sources of Inequality in Cognitive Skills. American Sociological Review, 69(5), 613-635.
De kritiek op deze studies is dat er de afgelopen honderd jaar weinig consistentie is geweest in de resultaten over het leerverlies tijdens de zomervakantie. De verschillen zijn toe te schrijven aan ontwerpfouten in het onderzoek, de gehanteerde methoden om de leerresultaten vast te stellen, de verschillen tussen de onderzochte populaties leerlingen en de verschillen in de curricula die werden gevolgd in de scholen uit de onderzoeksgroep.
Zie: : Workman, Joseph, Paul T. von Hippel, and Joseph Merry (2023). Findings on Summer Learning Loss Often Fail to Replicate, Even in Recent Data. Sociological Science 10: 251-285.
Ook al is het onderzoek naar leerverlies tijdens de zomervakantie overwegend in de Verenigde Staten gevoerd en staat het onderzoek hierover in Europa nog in de kinderschoenen, toch mag op basis van Europees onderzoek geconcludeerd worden dat ‘summer learning loss’ optreedt in een Europese onderwijscontext met een zomervakantie die doorgaans aanzienlijk korter is dan in de VS.
Ter vergelijking: in de VS is de gemiddelde lengte van de zomervakantie tussen 8 en 12 weken (verschillend tussen staten en schooldistricten); Verenigd Koninkrijk met 6 tot 7 weken; Canada met 8 tot 10 weken ; Duitsland met 6 tot 7 weken; Frankrijk met 8 tot 9 weken; Nederland met 6 tot 7 weken; Italië met 10 tot 12 weken; Spanje met 10 tot 12 weken.
Zie: Paechter M, Luttenberger S, Macher D, Berding F, Papousek I, Weiss EM, et al. (2015), The effects of nine-week summer vacation: losses in mathematics and gains in reading. EURASIA J Math Sci Technol Educ, 11(6):1339–413.
Verachtert P, Van Damme J, Onghena P, Ghesquiere P. (2009), A seasonal perspective on school effectiveness: evidence from a Flemish longitudinal study in kindergarted and first grade. School Effec School Improve, 20(2):215–33.
Shinwell J and Defeyter MA (2017) Investigation of Summer Learning Loss in the UK—Implications for Holiday Club Provision. Front. Public Health 5:270. doi: 10.3389/fpubh.2017.00270
In recent onderzoek in de VS worden de testscores vergeleken van representatieve populaties leerlingen die de traditionele schoolkalender, met een lange zomervakantie, volgden versus identieke populaties leerlingen die ‘Year-Round School Calendars’ hadden met een betere balans tussen vakantie- en schoolperioden. Op jaarbasis werden nagenoeg geen verschillen vastgesteld tussen beide populaties. Volgens von Hippel (2020) is de conclusie: “Although year-round calendars do increase summer learning, they reduce learning at other times of year, so that the total amount learned over a 12-month period is no greater under a year-round calendar than under a nine-month calendar”.
Zie: von Hippel, Paul T. (2020). Year-Round School Calendars: Effects on Summer Learning, Achievement, Parents, Teachers, and Property Values. (EdWorkingPaper: 20-209). Retrieved from Annenberg Institute at Brown University: https://doi.org/10.26300/pn4m-ca11
Het ‘gezond verstand’ zegt ons dat tijdens elke vakantieperiode, die gepaard gaat met het niet of weinig benutten van schoolse kennis en vaardigheden, de wetmatigheden van het geheugen ons confronteren met een schijnbaar leerverlies dat binnen relatief korte tijd opnieuw kan geactiveerd worden. Vooral indien regels, procedures en algoritmen gebruikt worden die tijdens het leerproces onvoldoende inzichtelijk zijn aangebracht en verankerd in de bestaande kennisstructuur van de leerlingen, dan is de kans op leerverlies groot. Tijdens het vakantie-interval met weinig activatie van deze kennis en vaardigheden is het onvoldoende om dit mogelijke leerverlies tegen te gaan door wat extra herhalingsoefeningen aan te bieden zonder het activeren van de daarachterliggende kennis en inzichten. Dit is een belangrijk principe indien men remediërend onderwijs wil opzetten tijdens vakanties om leerverlies te compenseren.
Evidence based oplossingen voor ‘summer learning loss’
Het aanpakken van leerverlies in de vakantieperioden, i.h.b. de zomervakantie, vereist een veelzijdige aanpak die gerichte interventies, gemeenschapspartnerschappen en beleidsinitiatieven combineert. Er zijn verschillende evidence based oplossingen voorgesteld en onderzocht om de effecten van leerverlies in de zomer te verzachten en doorlopende leermogelijkheden voor alle leerlingen te bevorderen.
- Zomerscholen en studiepakketten (summer learning programs)
Hoogwaardige zomerleerprogramma’s bieden gestructureerde onderwijsactiviteiten, verrijkingsmogelijkheden en ondersteuning om leerlingen te helpen hun vaardigheden tijdens de zomervakantie te behouden en te versterken. Deze programma’s omvatten vaak projectgebaseerd leren, praktijkgerichte activiteiten en excursies om het leren boeiend en relevant te maken voor de interesses van leerlingen. (McCombs et al., 2011). Onderzoek heeft aangetoond dat deelname aan zomerleerprogramma’s kan helpen om verlies van leerresultaten in de zomer te voorkomen en de schoolresultaten te verbeteren, vooral voor leerlingen met lagere SES (Borman et al., 2014).
Zie: Borman, G. D., Benson, J., & Overman, L. T. (2005). Families, schools, and summer learning. The Elementary School Journal, 106(2), 131-150. https://www.researchgate.net/publication/234711242_Families_Schools_and_Summer_Learning
McCombs, J. S., Augustine, C. H., Schwartz, H. L., McEachin, A. J., Pane, J. F., & Schweig, J. (2011). Making summer count: How summer programs can boost children’s learning. RAND Corporation.
https://www.rand.org/pubs/monographs/MG1120.html
Quinn, D.H., Polikoff, M.S. (2017), Summer learning loss: What is it, and what can we do about it? https://www.educationnext.org/summer-learning-loss-what-is-it-what-can-we-do-about-it/
- Betrokkenheid van gezin/familie
Het betrekken van gezinnen als partners bij zomeronderwijs kan de effectiviteit van interventies vergroten en een cultuur van continu leren in de thuisomgeving bevorderen. Door ouders te voorzien van middelen, begeleiding en ondersteuning om leeractiviteiten thuis te vergemakkelijken, kunnen de schoolse vaardigheden worden versterkt en achteruitgang tijdens de zomermaanden worden voorkomen. Geletterdheidsprogramma’s voor gezinnen, workshops voor ouders en leerpakketten voor thuisgebruik zijn voorbeelden van strategieën die de betrokkenheid van gezinnen bij het leren in de zomervakantie kunnen bevorderen.
Zie: Breuer, T., van Wetten, S., Aarts, B., Jacobs, B., De Wolf, I. (2021), Betrekken van ouders. Kansrijke aanpakken voor het vergroten van ouderbetrokkenheid. Education Lab Netherlands, Maastricht.
https://education-lab.nl/wp-content/uploads/2021/04/Betrekken-van-ouders.pdf
- Samenwerking binnen de lokale gemeenschap
Samenwerking met gemeenschapsorganisaties (sportclubs, jeugdbewegingen, speelpleinwerking, muziekscholen…) bibliotheken, musea en lokale bedrijven kan de toegang tot leermogelijkheden in de zomer vergroten en middelen inzetten om de ontwikkeling van schoolse vaardigheden van leerlingen te ondersteunen. Programma’s zoals zomerkampen, STEM-workshops en alfabetiseringsinitiatieven kunnen leerlingen verrijkende ervaringen bieden die het klassikale onderwijs aanvullen en versterken. Door samen te werken met belanghebbenden uit de gemeenschap kunnen scholen een netwerk van ondersteuning creëren dat verder reikt dan het klaslokaal en de leerlingen bereikt waar zij wonen en spelen. De samenwerking met de lokale gemeenschap biedt mogelijkheden om de schoolinfrastructuur open te stellen buiten de schooltijd.
- Initiatieven van het beleid
Beleidsmakers spelen een cruciale rol bij het aanpakken van het leerverlies in de zomer door de toewijzing van financiering, de ontwikkeling van normen en richtlijnen en de implementatie van ondersteunend beleid. Investeren in zomerleerprogramma’s, het uitbreiden van de toegang tot hoogwaardige kinderopvang en het bevorderen van eerlijke toegang tot onderwijsmiddelen zijn essentiële componenten van een alomvattende aanpak van zomeronderwijs. Bovendien kunnen beleidsmakers pleiten voor beleid dat de onderliggende sociaal-economische factoren aanpakt die bijdragen aan onderwijsongelijkheid, zoals armoede, instabiliteit op het gebied van huisvesting en een gebrek aan toegang tot gezondheidszorg.
Slotbedenkingen
- Het verkorten van de zomervakantie, met bijvoorbeeld twee weken, zal niet automatisch tot minder leerverlies aanleiding geven.
- Korte (week) of langere onderbrekingen in de schooltijd hebben leerverlies tot gevolg. Dit is een evident fenomeen eigen aan de werking van ons brein. Niet geactiveerde kennis en vaardigheden dimmen weg maar worden na activatie opnieuw beschikbaar. Hoe langer de onderbreking, hoe meer tijd de activatie (herhalen van het geleerde) zal vragen tijdens de schooltijd en dus is er minder tijd beschikbaar voor nieuwe leerstof.
- Het verlies of de winst tijdens een onderbreking/vakantie is afhankelijk van de impulsen die de omgeving (gezin/familie, verenigingen, …) biedt aan de leerlingen tijdens de vakantieperioden. Op dit gebied kunnen nog veel initiatieven ontwikkeld en gecoördineerd worden. Dan zal de kansenongelijkheid pas aangepakt worden. Een eenvoudige maatregel is dat bijv. een nieuwe kijk op ‘schooltaken tijdens vakanties’ mag overwogen worden.
Zie: Why Do Schools Give Holiday Homework (2023), https://dynamindsolutions.medium.com/why-do-schools-give-holiday-homework-f0cf14f4f08c
Met A.I. zijn nieuwe perspectieven geopend om leerlingen op een gedifferentieerde wijze opdrachten te geven, remediërende instructie, directe feedback en rapportering aan de leraren over het werk van de leerlingen. Dergelijke innovatie vraagt beleidsondersteuning en zou een prioriteit mogen zijn op korte termijn.
- Een meer evenwichtige verdeling van schooltijd en vakantietijd kan de schoolkalender tot een beter instrument maken om de onderwijsactiviteiten te organiseren (lessen, taken, herhalingsmomenten, toetsen, feedback). De schoolkalender in het Franstalig onderwijs voldoet aan deze voorwaarden. Of deze herschikking een positieve invloed zou hebben op het welbevinden van leerlingen en onderwijzend personeel is louter speculatief. Cruciaal is: hoe gaat het beleid (lokaal schoolbestuur, koepels en overheid) om met deze schoolkalender. In het verleden is stap voor stap meer beslag gelegd op het onderwijzend personeel voor bijkomende taken tijdens de vakantieperioden. Een nieuw systeem invoeren zal maar lukken als ook een nieuwe afsprakenregeling hierover wordt gemaakt.
- In de verkiezingsprogramma’s van 2024 wordt onvoldoende of niet aangeven hoe de politiek een beleid wil voeren dat het ‘VLOR-advies Organisatie van het schooljaar’ ernstig neemt en wil verder bouwen op deze aanbevelingen.
“As the research continues to explore the why, how, and who of summer slide, there is one thing I can confidently say: it’s not about avoiding the summer slide; it’s about prolonging learning. So read books. Play math games. Get curious. Enjoy summer. The adults are alright, and the kids are, too.”
Kailey Rhodes (2021) , Here’s how to help your child keep learning all summer long.
https://www.nwea.org/blog/2021/heres-how-to-help-your-child-keep-learning-all-summer-long/